Zeeuws woordenboek

Woordenboek der Zeeuwse Dialecten


In 1964 verscheen het bekende Woordenboek der Zeeuwse dialectenvan dr. Ha.C.M. Ghijsen. Dertig jaar veldwerk van de ‘Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek’ was daaraan voorafgegaan. Het woordenboek telde 1232 bladzijden en werd algemeen als een van de allerbeste dialectwoordenboeken beschouwd. Zo goed was het, dat in de eerste afleveringen van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten hetZeeuws-Vlaams buiten beschouwing werd gelaten, omdat er toch al een goed woordenboek voor bestond. Toch bleek na de voltooiing dat er nog meer woorden en gezegden in het Zeeuwse taalgebied leefden. Er werden nieuwe vragenlijsten rondgestuurd. Later werd besloten om de resultaten van al het onderzoek in eenSupplementonder te brengen. Daarvoor werd in 1991 een aparte stichting ‘De Zeeuwse Taele’ opgericht.


Het Zeeuws is de groep dialecten hoofdzakelijk gesproken in de Nederlandse provincie Zeeland en die valt uiteen in drie groepen. De noordelijke groep, die al een overgang naar het Hollands vormt, omvat Noord-Beveland, Tholen, Sint-Philipsland, Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee. Tot het middengebied behoren Zuid-Beveland en Walcheren. De dialecten van Zeeuws-Vlaanderen (het vasteland) zijn Vlaamse dialecten. Het Land van Hulst spreekt Oost-Vlaams en leunt aan bij het Waaslands. West-Zeeuws-Vlaanderen en het Land van Axel spreken een West-Vlaams dialect. Wie van Brugge of Knokke naar Sluis gaat, steekt geen enkele dialectgrens over, al spreken ze in Sluis dat West-Vlaams al een beetje met een ‘Hollands accent’.