Standbeeld Ghijsen
samenstelster van het Zeeuwse Woordenboek
Mevrouw Ghijsen wordt geboren op 22 november 1884 in Middelburg als dochter van Mathieu Ghijsen en Petronella Suzanna Jeanette Proos. Haar vader is betrokken bij de aanleg van het kanaal door Walcheren en wordt daarna directeur van houthandel Albers, destijds een grote en vooruitstrevende onderneming.
Het gezin woont in de Gortstraat in Middelburg in het pand wat nog altijd heet ‘Baron Chassé’. De familie bezit vanaf 1905 ook een zomerhuis in Domburg (Weststraat 11). Later wordt dat het woonhuis van mevrouw
Ghijsen.
Ze bezoekt na de lagere school de meisjesschool en vervolgens het gymnasium dat ze succesvol afsluit in 1902.
Aan de Leidse universiteit studeert ze letteren en behaalt in 1913 haar doctoraal. Ondertussen volgt ze zanglessen en speelt piano en viool. Haar muzikaal talent zette ze in op velerlei wijze tijdens haar studententijd, maar ook in Middelburg in verenigingsverband.
Na haar studie is ze enkele jaren thuis en actief in het vluchtelingenwerk. De Eerste Wereldoorlog is immers uitgebroken en tal van Belgische vluchtelingen zoeken hun toevlucht in o.a. Middelburg.
In 1919 promoveert ze te Leiden op een proefschrift over Betje Wolf.
Vanaf die tijd woont ze weer thuis en is het zomerhuis in Domburg de woonplaats geworden van het gezin Ghijsen. Ze bestudeert de geschriften van Betje Wolf en Aagje Deken en publiceert daar tal van artikelen over die opgenomen worden in het literaire blad ‘De Gids’. Ook schrijft ze in ‘De Gids’ over Anna Maria Schuurman.
De Nijmeegse taalgeleerde professor Van Ginneken vraagt haar in 1926 mee te werken aan zijn reeks “De Nederlandse Dialecten in den loop der eeuwen”, het begin van haar inzet voor de dialecten.
In 1929 wordt de Zeeuwse Vereniging voor Dialectonderzoek opgericht, waarvan zij ‘de ziel’ is. Het verzamelen van materiaal - d.m.v. vragenlijsten aan honderden personen door de hele provincie - ten behoeve van een woordenboek is dan begonnen. Als in 1940 het woordenboek gevorderd is tot de letter F breekt de oorlog uit en gaat het archief in vlammen op. Omdat de oorspronkelijke vragenlijsten bewaard zijn gebleven en ook de kladaantekeningen, hoeft niet het hele werk opnieuw worden gedaan, maar toch ….
Mevrouw Ghijsen zet door en in 1964 ziet de eerste druk van het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten het licht. Al die jaren heeft ze zich met hart en ziel ingezet zonder enige financiële vergoeding te ontvangen.
Bij de verschijning van het boek wordt mevrouw Ghijsen gehuldigd. Professor dr. P. J. Meertens merkt daarbij op dat zij de enige vrouw is in het Nederlandse taalgebied die
een dialectwoordenboek heeft samengesteld. Hij noemde verder als naar voren komend element in het woordenboek dat het gehele Zeeuwse leven erin wordt weerspiegeld, met de feesten van het jaar, het volksgeloof, de klederdrachten etc. Meertens vermeldde verder, dat zij ondanks haar moeilijke en vele werk aan het woordenboek, volledig aan het Zeeuwse wetenschappelijke en culturele leven deelnam. Hij besloot zijn toespraak met de woorden: ”U hebt een dapper vrouwenleven geleid.”
Bron: “Herinneringen” door Hendrika Catharina Maria Ghijsen, ingeleid door M. P. de Bruin en met het artikel uit het Zeeuws Tijdschrift "De Zeeuwen en hun taal”.
Voor een complete levensbeschouwing van Dr. Hendrika M. C. Ghijsen (door E.J. van den Broecke-de Man) zie www.dbnl.org
Dr. Hendrika Catharina Maria Ghijsen
Realisatie standbeeld Dr. Hendrika M. C. Ghijsen - www.zeeuws-woordenboek.nl 2015 - 2024